Martin en Eric groeiden op in een klein dorpje in Mecklenburg-Vorpommern. Ze zijn al vrienden sinds ze kleine jongens waren en ontmoetten elkaar toen ze aan het vissen waren, en gingen vanaf dat moment elke zondag samen naar het meer. Maar hun vriendschap wordt ook gekenmerkt door rivaliteit, want op een van hun reizen samen ontmoetten ze ook Frenni, op wie ze beiden verliefd werden. Ze zwierven als kinderen door de bossen en velden en bleven vrienden toen ze opgroeiden en Frenni een verhouding kreeg met Eric. Het paar is onafscheidelijk en erg verliefd, en deze grote liefde en de vriendschap van het drietal wordt slechts herhaaldelijk op de proef gesteld door de dronken aanvallen van Eric's onvoorspelbare, agressieve tweelingbroer Basti.